Tickets

De top 5 Mañana Mañana-plekken ter wereld volgens Marleen Hoftijzer

gepubliceerd op 14 januari 2020

De Achterhoekse Marleen Hoftijzer reisde twee jaar lang compleet vrijwillig dakloos de wereld over om bij locals te overnachten. In haar blog ‘Can I Come Over’ beschrijft ze haar avonturen. En Marleen maakt wat mee; ze vloog mee in de helikopter van een Australische koeienboer, logeerde in een Schots kasteel en leefde met de Kuna Indianen in Panama. Mañanisten zijn ook niet vies van een beetje avontuur, dus we vroegen Marleen om een top 5 Mañana Mañana-plekken ter wereld te maken.

Aplousos, e marie ana én sorakan! Herken jij de samenhang tussen deze woorden? Ik zal je één hint geven. Het is een woord dat veel mensen leren op reis. En met name in de kroeg! Juist: “Proost!” Het woord proost ken ik wel in tien talen, dat is het mooie aan reizen. Het verbindt mensen afkomstig uit verschillende culturen. “Mañana Mañana” is ook niet echt te vertalen naar ons woordenboek. Het betekent zoiets als: “Morgen Morgen”. “Het kump wel goed,” zouden we in het Achterhoeks zeggen. En tis moar goed dat ik in dit mooiste stukje van Nederland geboren ben, want deze instelling heeft me meerdere malen gered op reis. Twee jaar lang logeerde ik tijdens mijn wereldreis bij lokale mensen in huis, om mooie verhalen over ze te schrijven. Ik vond mijn hosts onderweg, maar soms wist ik niet waar ik diezelfde avond nog zou slapen. Maar ut kwam altied goed!

Speciaal voor jullie heb ik een aantal overnachtingen uitgeschreven. De top 5 Mañana Mañana-plekken ter wereld! In omgekeerde volgorde….

Nr 5. Een gouden randje in Rockhampton

Het gezicht van mijn host Ben zal ik nooit meer vergeten toen er een hoop kabaal uit zijn metaaldetector kwam. Bliepp, blieppp, bliepp! Deze ietwat verstrooide vent struint als een dakloze goudmijner rond in de rivierbeddingen van Rockhampton, Australië. Ben pikte me op tijdens het liften en als onbevreesde avonturier besloot ik spontaan met hem mee te gaan naar zijn “huis”, oftewel een vervallen schuur in the middle of nowhere. Op zoek naar goud.

“We graven dieper en komen dichter bij het geluid. Oh my god, look at that. Ben pakt een stukje aarde en spoelt het af met wat water. Een klompje goud zo groot als een knikker. For you, as a souvenir,” zegt Ben met glimmende oogjes.

Een mooie plek was het niet. Maar net zoals op de leukste festivals op aarde, zijn het de mensen om je heen met wie je een onvergetelijke herinnering maakt.

Nr 4. Wifiloze toestanden op de San Blas Eilanden

Isla Senidup is één van de 350 eilanden in Panama. Hier was ik pas echt ver weg van de grijze massa. Sowieso was er vrij weinig. Op het eiland stond een volleybalnet, één koude buitendouche en een gammel gebouwtje dat als restaurant door moest gaan. Als je twee jaar reist, raak je snel gewend aan het leven uit een backpack. Met twee T-shirts, twee broeken en iets meer ondergoed, had ik geen last van keuzestress of pijnlijke wervelkolommen door zware backpacks. Door mijn minimalistische levensstijl kon ik daarom extra hard genieten van de eindeloze brekende golven, het voetballen met locals en het zand dat overal gaat zitten en nergens meer uit gaat. Hier breek je los van overvolle agenda’s, je Whatsapp-verslaving en meer van dat geouwehoer. Precies wat je in Vorden ook zult ervaren. Als je maar lang genoeg blijft en die telefoon in je zak houdt.

Nr 3. Vliegen met boer Fred

“Het uitzicht is fenomenaal. De zon komt achter de wolken vandaan en grote stofwolken leveren mysterieuze plaatjes op. Het is maar goed dat ik niet snel wagenziek word, want boer Fred slingert vrij en blij door de lucht, in hoeken van 15 graden.“

Als je dacht dat Vorden ver afgelegen lag, dan moet je eens op Alpha googelen. Mijn bezoek aan de familie Appleton bracht alles in een ander perspectief. Fred bezit zoveel grond dat hij met een helikopter rondvliegt. Een gebied zo groot als zes Nederlandse provincies bij elkaar.

Met 60.000 koeien is het een geolied bedrijf. Als je zo geïsoleerd woont, draait alles om een goede planning. Regen wordt opgevangen in gigantische vaten, boodschappen worden maar één keer per week bezorgd en een bezoek aan de tandarts gebeurt met de hele familie tegelijk, want het is twee uur rijden. ‘Mañana Mañana’ – het komt morgen wel – kan hier voor grote problemen zorgen. En toch voelde ik me er helemaal thuis en was het de meest bijzondere ervaring in Australië.

Nr. 2 Het nachtelijke avontuur in kasteel “Bambuda”

“Do you know a place where I can sleep tonight?” vroeg ik in paniek aan de taxichauffeur. Zonder host die mij een slaapplek kon aanbieden, verbrak ik voor het eerst mijn enige regel op reis: het slapen in hostels.

Maar Ricardo de chauffeur had nog wel een idee en reed een grote heuvel op. In het zicht doken twee torentjes op. “Is that a castle!?” vroeg ik Ricardo verbaasd. Eenmaal in het het kasteel sprak ik met de Canadese Tom, eigenaar van “Bambuda hostel” in Panama. Vijf minuten later kreeg ik een kamer toegewezen in de kasteeltoren en ik dook diezelfde avond in het zwembad. Ik flirtte met de receptionist en een Duitse backpacker tegelijkertijd en bracht mezelf in een lastige positie toen ze – om en om –  voor mijn slaapkamer deur stonden. Maar ach, Mañana Mañana, ‘t kump wel goed!

Met de nodige Grolsch-biertjes, zwetende naakte bovenlijven en spirituele muziekgoden kom jij misschien ook wel in de avontuurlijke stemming op Mañana Mañana.

De absolute topper: Crunchy Town in Melbourne!

Over de eerste plek hoefde ik niet diep in mijn geheugen te graven. Vier dagen na mijn eerste stappen ‘Down Under’ te hebben gezet, belandde ik in de Australische versie van Mañana Mañana, betiteld met de prachtige naam: “Crunchy town!” In deze town woont een groep backpackers, die net zoals ik op zoek zijn naar antwoorden over het leven. Of ze gevonden worden weet niemand.

Hoe dan ook, deze backpackers lopen rond op afgetrapte All Stars, dragen lange dreadlocks waar je allerlei kraaltjes en verloren voorwerpen in terug kunt vinden en hebben een kleurtje waar Dries Roelvink jaloers op zou zijn. Ze wonen illegaal in een schuur van een oude hippie, die het gezelschap maar al te mooi vindt. Wat een barmhartige man!

In de town vind je geen stromend water, dus voordat de borden worden afgewassen met regenwater, lik je je bord als een hongerige hond helemaal schoon. De smerigste festivalcampings zijn er niks bij, maar duurzaam is het wel!

Ondanks de vadsigheid, ontdekte ik er wat moois; het is een creatieve broedplaats waar vastgeroeste hersenspinsels losbreken. Elke ‘cruncher’ draagt bij aan deze zelfvoorzienende gemeenschap. Er wordt voedsel uit containers gehaald en bedden van pallets gebouwd. Mijn verblijf in Crunchy Town eindigde met een fantastisch feest met als thema ‘Flora & Fauna’. Ik verliet de schuur als vleesetende plant toen de zon alweer op kwam. Zal me dat ook lukken in Vorden komend jaar? Ik hoop het met jullie mee te maken!

Liefs Marleen

Nieuwsgierig geraakt naar al Marleen’s avonturen? Haar boek “Can I come over?” is nog te koop!