Tickets

Lief nachtboek... (blog 1 van onze nachtburgemeester Ruud Stardust)

gepubliceerd op 15 juni 2019

Door mijn wimpers heen probeer ik mij te focussen op mijn horloge. Het is volgens mij 4:51 uur. Maar ik kan er ook een paar uren naast zitten. Ach, wat dondert het. Trouwens, nooit geweten dat het zo lekker doorzakken is in een kasteelkerker. In mijn tijd in het vreemdelingenlegioen heb ik als krijgsgevangene ook een tijd in een cel in een Tsjetsjeens fort moeten doorbrengen en ik kan je vertellen: daar ging het er heel anders aan toe. Met Oostenwind voel ik de striemen op mijn rug en scrotum nog steeds. Het zal wel geen toeval zijn, maar ik kwam Arjan Erkel net nog tegen. Gelukkig belandden we niet in een lotgenotenbijeenkomst en hebben we het lekker op een zuipen gezet samen. Ex-gevangen hoeven elkaar maar in de ogen te kijken en ze weten genoeg.

In al het feestgedruis van De Koepel probeerde ik via telepathie nog een paar toffe nummers aan te vragen. Ik had al een flinke slok op en ik merkte dat mijn aura ook al wat aan het zwalken was en met dubbele meridianen begon te brabbelen. Mijn kosmisch dronkenmansgelal bracht de DJ zichtbaar van slag en hij begreep al mijn subtiele aanwijzingen verkeerd. ‘Interstellar Space’ van John Coltrane werd ‘Er hangt een dame aan de dakgoot’ van Ria Valk en toen ik al mijn drukpunten tot een celestijnse vuist balde om een willekeurig nummer van Captain Beefheart onder de naald te krijgen, schalde er ‘Alane’ van Wes uit de speakers. Gelukkig herpakte hij (het was een man toch?) zich daarna goed en heb ik heerlijk gedanst en ook nog eens een lekker wijf aan de haak geslagen. Eenmaal buitengekomen raakte ik die al na twee passen kwijt, omdat ik mijn biologische achterbuurman tegenkwam. Die had ik al sinds mijn geboorte niet meer gezien. Destijds kwam hij uit sociale verplichting wel even kraamschudden, maar hij had geen klik met mijn ouders. Gelukkig hadden beide partijen er in de jaren daarvoor alles aangedaan om de relatie te laten vonken. Maar na een failliet Bed & Breakfast in Portugal en een gezamenlijke Zuidpoolexpeditie, hebben ze het bijltje erbij neergegooid. Dat snap ik wel en daarom neem ik het geen van hen kwalijk. Maar goed, ik vlieg die ouwe gek natuurlijk vol om de nek en samen slenteren we naar de camping voor een afzakkertje. De achterbuurman was al flink ver heen, want onderweg pakte hij ook nog een hortensia vol op de bek, terwijl hij krijste: “Kom eens hier, lekker stuk!”. Op de camping hebben we met een groepje superaardige mensen uit Beltrum zitten kletsen en kruisjassen voor de tent. Een van de vrouwen (of waren het mannen?) wist mij allerlei leuke weetjes te vertellen over labradoedels, maar die ben ik helaas allemaal vergeten. Ook hadden zij zo’n beetje alle bands en theateroptredens bekeken en ik geneerde mij dat ik mij vooral had gericht op de horeca. En dan weten jullie wel wat ik bedoel. Ik stelde resoluut gelijk een doel voor de volgende nacht: ik ga alle podia bezoeken en mij laven aan al het moois wat ik nog niet ken.

Ik ben weer terug op de plek waar ik vroeger als kind speelde met mijn vriendjes, als puber met meisjes de struiken in dook en als adolescent volledig ontspoord ronddwaalde op zoek naar iets wat ik nooit dreigde te vinden. Mocht je daar meer over willen weten: de Mañana Mañana-organisatie publiceerde gisteren een korte introductie die ik met het schaamrood op de kaken heb gelezen. Er stond namelijk geen gelogen woord in. Helaas. Maar goed, al na een nacht weet ik waar ik als psychotische jongvolwassene naar zocht, namelijk: dit festival. Het weerzien met oude bekenden, de muziek en vrienden van vroeger en de toekomst. Lang geleden dat ik mij zo op mijn gemak heb gevoeld. En dat was nog maar de eerste nacht! Kan ook aan de vrijeuitloop-LSD liggen trouwens, die ik tijdens een holistische seance in een hottub door een gepensioneerde betonvlechtster uit Hypolytishoef aangeboden kreeg.

Ach, wat dondert het ? Tot vannacht.

Ruud Stardust